De onderdelen van het 220 m lange systeemperron werden per vrachtwagen aangeleverd. Voor de montage van de funderingen werd een mobiele kraan, voor de elementen zelf een rupskraan gebruikt.
Bijzonderheden: door de afspanning van de bovenleiding moesten kranen met telescoopmast worden toegepast. Positief was dat de rupskraan met de Hering-prefabdelen aan de haak kon worden verplaatst. Dit zou bij een mobiele kraan niet mogelijk zijn geweest, omdat deze altijd een ondersteuning nodig heeft. Zo konden de tot 14 ton zware prefabdelen moeiteloos parallel achter het perron worden getransporteerd en op de daarvoor bestemde plaats op de juiste hoogte worden gemonteerd.